Kwaliteit

De gemeente is verantwoordelijk voor de uitvoering van het vve-beleid. Daarbij hoort ook het verzorgen en bewaken van een goede kwaliteit van de uitvoering. Kwaliteitszorg ondersteunt de kwaliteit. Kwaliteitszorg is het systematisch en cyclisch werken aan het meten, borgen en verbeteren van OAB en in het bijzonder van vve. Daarbij gaat het erom dat de kinderen zoveel mogelijk profiteren van de deelname aan de vve. 

 

Wat moet?

Kwaliteitszorg vve wordt niet voorgeschreven vanuit wet- of regelgeving; het wordt wel beoordeeld door de inspectie. De inspectie kijkt naar het monitoren van het totale vve-beleid en de afspraken die er zijn gemaakt, naar signalering en toeleiding (bereik), de resultaatafspraken en alles wat daartussen zit: uitvoering, subsidieverordening en het verantwoordingsproces.

Wat houdt kwaliteitszorg in voor de gemeente?

Omdat de voorschoolse educatie (ve) het grootste deel uitmaakt van het OAB, richten wij ons hier ook vooral op. In een goede kwaliteitszorg evalueren gemeenten en betrokken instellingen regelmatig de voorschoolse educatie, bijvoorbeeld jaarlijks. Ze gaan na of alles werkt en loopt zoals het bedoeld is en of er zaken verbeterd kunnen worden. Zo’n evaluatie hoeft niet heel zwaar te zijn, maar kan met korte vragenlijstjes, checklists, evaluatiemomenten tijdens reguliere overleggen, en soms ook door een kleine audit. Ook kan gekozen worden voor een gemeentelijke monitor of regionale monitor op de kwaliteit, zowel voorschools als ook vroegschools.

Toezicht

Er zijn twee organisaties als toezichthouder betrokken bij het toezicht op de kwaliteit van de kinderopvang en vve. De GGD, die verantwoordelijk is voor het directe en jaarlijkse toezicht, en de Inspectie van het Onderwijs, die meer op de achtergrond actief is en zogeheten ‘risicogestuurd toezicht’ houdt. De Inspectie gaat af op signalen die zij krijgt en doet op basis daarvan gericht onderzoek.

GGD

De GGD bezoekt elk jaar onaangekondigd alle instellingen voor kinderopvang en een selectie van de gastouders die vermeld staan in het Landelijk Register Kinderopvang. Ook bezoekt zij nieuwe organisaties voor de opening. Meer informatie over de inhoud van het toezicht: 

De Inspectie van het Onderwijs

De Inspectie van het Onderwijs voert interbestuurlijk toezicht uit op de taken en verantwoordelijkheden van gemeenten in het kader van de wet- en regelgeving kinderopvang en het voeren van een jaarlijks overleg rond het onderwijsachterstandenbeleid (zie Uitwerking interbestuurlijk toezichtskader VVE en LEA). De onderwijsinspectie is verantwoordelijk voor de tweedelijns inspectie van de kinderopvang. Dit houdt in dat zij het toezicht door de GGD en de handhaving door de gemeente controleert. De onderwijsinspectie vormt een oordeel op basis van de jaarverslagen van de gemeente en heeft een signalerende functie richting het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. In de kennisbank vind je meer informatie over de inhoud van het toezicht.

Visual over de afstemming tussen GGD en de Inspectie van het Onderwijs met betrekking tot het toezicht op de Voorschoolse educatie.

Rol van de gemeente 

De gemeente is eindverantwoordelijk voor het toezicht en handhaving op de geregistreerde locaties en voor een juist, actueel en volledig register (LRK). De gemeente geeft de GGD opdracht tot het houden van toezicht en zorgt voor handhaving. Als de GGD tekortkomingen constateert in de basiskwaliteit van de voorschoolse educatie, stuurt zij een afschrift van haar rapport aan de gemeente en naar de onderwijsinspectie. De gemeente is ervoor verantwoordelijk om deze tekortkomingen op te (laten) lossen. Zij kan ook besluiten om op basis van deze signalen de Inspectie van het Onderwijs een onderzoek naar de vve-kwaliteit te laten uitvoeren.

Het Toezicht van de Inspectie van het Onderwijs op de kwaliteit van vve bestaat uit het drie delen:
1.    Het voorschoolse deel
2.    Het vroegschoolse deel
3.    De taken van gemeenten ten aanzien van vve.

Zie het waarderingskader (2021) en Staat van wijzigingen (2025).

Interbestuurlijk toezicht

Het betreft de taken toezicht en handhaving op de kinderopvang. Deze toezichtstaken worden meer in samenhang en uniformer uitgevoerd. Hiervoor wordt de lerende dialoog ingevoerd. Hiermee gaat de Inspectie met gemeenten in gesprek over de doelen van de gemeentelijke taken en de kwaliteitscyclus om deze goed uit te voeren. Ook wordt gemeenten meer inzicht gegeven in risico’s en goede voorbeelden aan de hand van het landelijke beeld. Lees hier meer.

Het interbestuurlijk toezichtkader is hier te vinden.

De Inspectie van het Onderwijs vraagt gemeenten ieder jaar om een vragenlijst in te vullen over de taken voor de Lokale Educatieve Agenda (LEA) en de voor- en vroegschoolse educatie (vve). Door de regeling gegevensverstrekking verandert hier iets in. Vanaf 1 januari 2024 moet het college van burgemeester en wethouders de vragenlijst vaststellen voordat de gemeente deze naar de Onderwijsinspectie stuurt.

Hoe doen anderen het?

In de handreiking 'gemeentelijke kwaliteitszorg vve-beleid' zijn verschillende goede voorbeelden opgenomen. We zien dat gemeenten verschillende werkwijzen hanteren. Maar er zijn ook gemeenschappelijke kenmerken die een aanpak succesvol maken:

•    Het op een goede manier inzetten van de PDCA cyclus;
•    Meten is weten: de voortgang en uitkomsten worden gemonitord;
•    Intensieve samenwerking met de partners: het samen analyseren en vervolgplannen maken;
•    Een gezamenlijke focus op borging, verbetering en verdieping.

Weten wat werkt

Kwaliteit van uitvoering van ve op ve-locaties

  • In Nederland is de pedagogische kwaliteit over het algemeen goed. Het werken aan educatieve kwaliteit, door opvang te bieden waar kinderen spelend leren in interactie met pedagogisch medewerkers en andere kinderen, blijkt lastiger. Uit onderzoek weten we dat juist de educatieve kwaliteit belangrijk is voor de effectiviteit van voorschoolse educatie, in het bijzonder voor doelgroepkinderen.
  • De handreiking 'Het verhogen van voorschoolse educatieve kwaliteit op de GOAB-agenda' gaat in op het begrip educatieve kwaliteit: wat verstaan we hieronder en hoe kunnen we het stimuleren? Ook ligt de focus op wat de gemeente op dit vlak kan betekenen voor de kinderopvangorganisaties.
  • In de handreiking 'Werken aan kwaliteit in de voorschoolse educatie' wordt de inzet van de pedagogisch beleidsmedewerker VE beschreven die een belangrijke bijdrage kan leveren om de kwaliteit van de VE naar een hoger plan te tillen. De belangrijkste voorspeller van kwaliteit is immers – en daarmee van de effectiviteit van VE- de kwaliteit van de pedagogisch medewerkers. Als zíj de kennis en vaardigheden hebben om jonge kinderen in hun ontwikkeling te volgen en stimuleren dan is er veel te winnen.
  • De handreiking 'Pedagogisch beleidsmedewerker voor betere voorschoolse educatie' biedt handvatten om in gesprek te gaan met de opvangorganisaties. 

 Onderzoek

  • Onderzoek naar de kwaliteit van VE door de Inspectie van het Onderwijs. De Inspectie van het Onderwijs deed onderzoek naar de kwaliteit van voorschoolse educatie in 2022. Hiervoor heeft de Inspectie 195 voorscholen onderzocht. De resultaten laten zien dat de kwaliteit grotendeels op orde is, waarbij de meeste voorschoolse locaties een Voldoende tot Goed scoorden. De kwaliteit blijft stabiel. Zie de factsheet.
  • Rapport De Staat va het Onderwijs 2025. Jaarlijks brengt de Inspectie van het Onderwijs de Staat van het Onderwijs uit waarin de stand van zaken van het onderwijs en aanbevelingen gegeven worden, ook over de voorschoolse educatie, de vroegschoolse educatie en het gemeentelijk OAB.
  • Wat werkt in VVE? Een overzicht van bevindingen uit recente literatuur. In gemeenten met een kwaliteit gedreven VVE-beleid leveren de VVE-locaties vaak betere kwaliteit. Deze gemeenten voeren een sterke regierol en hebben een doordacht systeem van aanvullende kwaliteitseisen. De ontwikkeling van een effectief VVE-beleid vraagt om het maken van keuzes. Het is belangrijk om na te denken over de kwaliteit en om samen met de partners na te denken over de koers die je wil varen. Het ondersteuningstraject GOAB heeft een factsheet gemaakt om hierbij te ondersteunen: Wat werkt in VVE?
  • Voor- en vroegschoolse educatie helpt, mits de kwaliteit goed is blijkt uit het pre-COOL cohort tot en met groep 8. Achterstanden van leerlingen in het basisonderwijs kunnen door goede voor- en vroegschoolse educatie worden teruggedrongen. De kwaliteit speelt hierin een belangrijke rol. Dit blijkt uit analyses op data van het pre-COOL cohortonderzoek. Hierin werden bijna drieduizend kinderen van tweeënhalf jarige leeftijd tot en met het einde van het basisonderwijs gevolgd, met als doel effecten van deelname aan voor- en vroegschoolse educatie op de kinderlijke ontwikkeling te onderzoeken.
  • De impact van voorschoolse educatie. Voorschoolse educatie van hoge kwaliteit wordt wereldwijd als een van de meest effectieve onderwijsinterventies beschouwd. Wat is het, voor wie, en welke doelen worden er mee nagestreefd?
  • Samenvatting EVENING-onderzoek: een natuurlijk experiment in Nederlandse gemeenten. Wat is het effect van meer uren voorschoolse educatie en extra ondersteuning op jonge kinderen met een risico op onderwijsachterstand? De uitbreiding van het aantal uren blijkt effectief. Doelgroepkinderen maken meer gebruik van de voorschoolse educatie en de extra uren worden benut voor educatieve activiteiten. Dit heeft geleid tot verbeteringen in taalvaardigheid, fijne motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. Het onderzoek laat ook zien dat de educatieve proceskwaliteit van voorschoolse educatie de afgelopen jaren is toegenomen. De resultaten laten zien dat de kwaliteit van de begeleiding is verbeterd. Pedagogisch beleidsmedewerkers geven kinderen meer feedback, bieden betere ondersteuning en gebruiken rijker en gevarieerder taalgebruik, en dat heeft een positief effect op de taalontwikkeling van doelgroeppeuters.
  • Geactualiseerd onderzoek: de impact van voorschoolse educatie. Voorschoolse educatie wordt wereldwijd erkend als een effectieve manier om jonge kinderen een goede start in het onderwijs te geven. Maar wat zijn nu precies de effecten? Wat maakt voorschoolse educatie succesvol? En hoe ziet het Nederlandse beleid eruit in vergelijking met internationale ontwikkelingen?

  • Onderzoek Kansen op een goede start. Het onderzoek is opgezet vanwege zorgen over de deelname van doelgroepkinderen aan voorschoolse educatie en basisschool vanaf vier jaar, en de moeilijk inhaalbare onderwijsachterstanden die hierdoor kunnen ontstaan. Dit onderzoek brengt in kaart welke beleidsmaatregelen het meest kansrijk zijn binnen het Nederlands onderwijssysteem.

  • Onderwijsachterstanden aanpakken: Rol van gemeenten en verbeterpunten voor vve. Gemeenten spelen een belangrijke rol in het bestrijden van achterstanden in het onderwijs. Ze zijn verplicht om jaarlijks overleggen te organiseren met kinderopvanghouders en schoolbesturen over onderwijsachterstanden. Dit overleg over onderwijsachterstanden vindt echter niet altijd plaats en wanneer het wel plaatsvindt, blijven concrete afspraken soms uit. Dat blijkt uit de jaarlijkse rapportage Lokale Educatieve Agenda en voor- en vroegschoolse educatie 2023-2024. In dit rapport komt ook de themaverdieping naar doelgroepdefinitie, toeleiding en het bereik van doelgroepkinderen aan bod.
  • Governance of complex early childhood education and care systems: promising governance strategies for effective implementation of educational equity policy in early childhood
    Lies van de Kuilen heeft uitgebreid onderzoek gedaan naar de cruciale rol die gemeenten spelen in het onderwijsachterstandenbeleid. Gemeenten hebben immers het overzicht over de gehele keten, van kinderopvang en vroeg- en voorschoolse educatie (vve) tot scholen, en van leerplicht tot jeugdzorg. Twee instrumenten lijken bij te dragen aan de kwaliteit van vve op de voor- en vroegscholen en aan de implementatie van OAB, namelijk:
    1. het versterken van de regie van gemeenten, gebaseerd op geformaliseerde, missie-gedreven netwerksturing, waarbij intensief wordt samengewerkt binnen het netwerk en er sprake is van sterk inspirerend bestuur.
    2. het maken van afspraken gericht op het verbeteren van de kwaliteit van vve.
  •  

Goede voorbeelden uit de praktijk

  • Webinar Resultaatafspraken VVE. Veel gemeenten hebben moeite met het maken van wettelijk verplichte resultaatafspraken voor Voor- en Vroegschoolse Educatie (vve). Tijdens de webinar Resultaatafspraken vve werd in twee praktijkvoorbeelden van de gemeenten Borger-Odoorn en Zaltbommel besproken hoe we resultaatafspraken het beste kunnen monitoren, zodat de kwaliteit van VVE kan worden verbeterd: Webinar Resultaatafspraken VVE | GOAB 
  • Thema's en speerpunten 2025 - GGD Amsterdam. Een voorbeeld hoe de gemeente afspraken maakt met de GGD over de thema’s en speerpunten in het toezicht op de kinderopvang.
  • Podcast over gemeentelijk toezicht op voorschoolse educatie. Gemeenten spelen een cruciale rol in de ontwikkeling van jonge kinderen, vooral als het gaat om een goede start in het onderwijs. In deze podcast bespreken Wilma Posthouwer, beleidsmedewerker Samenleving, Christina de Kruijff, beleidsmedewerker onderwijs en Carolien Groote Schaarsberg, inspecteur gemeentelijk toezicht, hoe zij samenwerken om de kwaliteit van voorschoolse educatie te waarborgen.
  • Webinar: Hoe houden we de VE aantrekkelijk voor aanbieders? Ve aanbieden doe je niet zomaar. Het is een tak van sport die veel vraagt van organisaties, zowel inhoudelijk als financieel. Wat hebben organisaties nodig om in dit aanbod te kunnen en willen blijven voorzien? Wat willen zij behouden en op welk vlak hebben ze iets nieuws nodig? 
  • Terugblik webinar voorschoolse educatie en de LEA. Welke mogelijkheden biedt een Lokaal Educatieve Agenda (LEA) voor de voorschoolse educatie (ve) en de ve-aanbieders? Wat zijn de verplichtingen van gemeenten en kinderopvangpartners? Wat bespreek je in een LEA? Hoe ga je om met de verschillende belangen in het overleg? En hoe kom je tot werkbare en indien mogelijk meetbare afspraken voor ve? Met  bijdragen van de Onderwijsinspectie, Kinderstad en de gemeente Den Haag.
  • Voortgangsdocument bevordert samenwerking Lokale Educatieve Agenda. Om ervoor te zorgen dat alle partijen tijdens de LEA-overleggen weten wat de status is van de lopende onderwerpen, en waar de verantwoordelijkheden liggen, gebruikt de gemeente Oirschot een zelfontwikkeld LEA-voortgangsdocument.
    Dit document helpt om de samenwerking tussen onderwijs, kinderopvang, andere samenwerkingspartners en de gemeente efficiënter en doelgerichter te maken.
  • Nu voor Later Utrecht - Utrechts Kwaliteitskader. In 2023 heeft de Universiteit Utrecht samen met het Utrechtse werkveld het UtrechtsKwaliteitskader - Educatie van het Jonge Kind (UKK) geactualiseerd. In deze vierde editie sinds 2012 is een missie voor de educatie van het jonge kind geformuleerd. Daarnaast bevat de brochure vier hoofdstukken die zich richten op vier verschillende niveaus: 1) de groep, 2) ouders, 3) de organisatie en 4) de doorgaande lijn. Op deze website vind je per hoofdstuk een samenvatting van de belangrijkste speerpunten en praktische voorbeelden van hoe deze in de praktijk kunnen worden geïmplementeerd.