Stichting Lezen heeft een meta-analayse laten uitvoeren naar de effecten en werkzame elementen van ouder-kindprogramma’s voor kinderen in achterstandssituaties. Het onderzoek laat positieve resultaten zien, maar toont ook aan een ouder-kindprogramma een proces is wat een lange adem vergt. Welke programma's zijn effectief en welke elementen bevatten de meest succesvolle programma's?
Ouders spelen een belangrijke rol in de taalontwikkeling van hun kind. Door bijvoorbeeld regelmatig voor te lezen en veel met hen te praten wordt een goede basis gelegd. Dit soort activiteiten is echter niet voor alle ouders vanzelfsprekend en dat brengt risico's voor de taalontwikkeling van hun kind met zich mee. Er zijn daarom verschillende ouder-kindprogramma's die als doel hebben om de geletterdheid en talige interactie in gezinnen met jonge kinderen te vergroten. Vanuit Stichting Lezen is deze meta-analyse uitgevoerd om te achterhalen of de programma's effectief zijn en welke elementen hieraan bijdragen.
Op de korte termijn verbeterden zowel de begripsgerelateerde vaardigheden (bijvoorbeeld verhaalbegrip) als de codegerelateerde vaardigheden (bijvoorbeeld kennis van schrift) bij kinderen die meededen aan een ouder-kindprogramma. Op de lange termijn leken de effecten, met name bij de begripsgerelateerde vaardigheden, echter wel uit te doven. Programma’s met een gericht en afgebakend aanbod hebben het meest effect. Als er gedifferentieerd kan worden zodat een programma afgestemd is op de behoeften van ouders heeft dit grote effecten op de geletterdheid van kinderen. Er bleken echter weinig programma’s te zijn waarin die mogelijkheid tot differentiatie werd geboden.