Wat betreft het bereik van vroegschoolse educatie kunnen we kort zijn: Op scholen die vroegschoolse educatie hebben, is het bereik van de doelgroep 100% (Leseman en Veen, 2016). Dat ligt ook voor de hand, omdat in Nederland het overgrote deel van de kinderen vanaf 4 jaar naar school gaat.

In de voorschoolse instellingen is er verschil in het gerealiseerde aanbod en het gerealiseerde bereik. Met het gerealiseerde aanbod bedoelen we het aantal kindplaatsen met voorschoolse educatie in een gemeente: voor hoeveel kinderen is er in principe een vve-plek. De Inspectie van het Onderwijs concludeert in 2016 dat het aantal voorschoolse plaatsen in de G37 ruim voldoende is voor het aantal doelgroepkinderen.

Het is moeilijker om het gerealiseerde bereik in beeld te krijgen. Dat komt doordat gemeenten allemaal een eigen doelgroepdefinitie hebben. Het pre-COOL onderzoek geeft een indicatie van het bereik. Bijna 90% van de kinderen in dat onderzoek gaat naar een voorschoolse voorziening (Leseman en Veen, 2016). Van kinderen met laagopgeleide moeders neemt 90% van wie de moeder maximaal een opleiding op lbo-niveau heeft en van wie de etniciteit niet-westers is, maken relatief vaak gebruik van een instelling met een VVE-programma. Van kinderen met laagopgeleide moeders neemt 90% deel aan een voorschoolse instelling met een VVE-programma en 89,3% gaat naar een peuterspeelzaal of voorschool. Dit aantal is gebaseerd op landelijke definitie van doelgroep voorschoolse educatie. Zo bekeken is de deelname van de doelgroepkinderen dus erg hoog. Verder valt op dat een klein aantal van deze kinderen naar een kinderdagverblijf gaat.

Uit een enquête onder gemeenten medio 2017 blijkt dat ruim een vijfde van de gemeenten zegt nog geen zicht te hebben op het bereik van de doelgroeppeuters.

Aanbod: Educatieve kwaliteit

Gemeenten moeten niet alleen in kwantiteit voldoende voorschoolse educatie bieden, ook kwalitatief moet het aanbod voldoende zijn. Maar wat is educatieve kwaliteit precies? Nu het aantal uur voorschoolse educatie is uitgebreid, is het des te belangrijker om daar een gemeentelijke visie op te hebben.

In deze video belicht Pauline Slot, onderzoeker van de  Universiteit Utrecht, drie invalshoeken rondom educatieve kwaliteit:

1) competenties van de pedagogisch medewerker

2) professionalisering

3) inhoud curriculum

Met name op de laatste twee punten kunnen gemeenten een impuls geven aan de educatieve kwaliteit binnen de peuteropvang. 

Pas uw cookie-voorkeuren aan om deze video te bekijken