Op 21 september deelde de Onderwijsraad het briefadvies ‘Voorzieningen jonge kind’ met de Tweede Kamer. Hoe kijkt het veld tegen de adviezen en aanbevelingen van de raad aan? We vroegen het Mariëlle Visser, coördinator van het VVE-punt Gouda en adjunct-directeur bij de Brede School Gouda.
“Ik vind het een fijn advies”, vertelt Mariëlle. “Het is herkenbaar en helpend binnen de hele IKC-ontwikkeling. Ik ben blij dat educatieve kwaliteit op de agenda staat. Daar zijn wij in Gouda hard mee bezig. We zien dat hier nog veel meer uit te halen is.”
Naast de focus op de educatieve kwaliteit, zijn er ook andere interessante aanknopingspunten. Mariëlle licht er twee uit.
“Wat mij erg aanspreekt is dat de Onderwijsraad wil dat het externe toezicht door de Onderwijsinspectie uitgevoerd wordt. De inspectie heeft verstand van educatieve kwaliteit en kwaliteitscycli. Ook zou deze aanbeveling ervoor kunnen zorgen dat er een betere afstemming tussen scholen en vroegscholen komt.” Tot teleurstelling van Mariëlle neemt haar naamgenoot, Onderwijsminister Mariëlle Paul, deze aanbeveling niet over. “Dat is erg jammer. De GGD doet nu de indicering, de toeleiding, de inspectie en de evaluatie. Dat voelt niet goed.”
Een ander pluspunt volgens Mariëlle, is de aanbeveling van de landelijke doelen voor het speel- en leeraanbod. “In het onderwijs hebben we ook kerndoelen, waarom dan niet ook in de vve? De gemeenten waarin wij werken hebben allemaal een andere doelgroepdefinitie. Gezamenlijke doelen biedt duidelijkheid en je kunt je kwaliteit erop inrichten.”
Er zijn ook enkele zaken niet benoemd in het advies, die Mariëlle hier wel graag in teruggezien had.
Het advies is gericht aan de hele kinderopvangsector. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen maatschappelijke en private opvang. “Wij zien echt een verschil tussen de aanpak van maatschappelijke opvang en de private partijen.”
Naast de professionalisering van pedagogisch professionals, zou het volgens Mariëlle van toegevoegde waarde zijn om ervoor te zorgen dat de professionals steviger in hun schoenen staan. “Dat zou niet alleen de kwaliteit maar ook het werkplezier vergroten", legt ze uit. “Pedagogisch professionals worden door diverse coaches begeleid, die hen vertellen hoe ze hun werk moeten doen. Dat doet iets met hun zelfvertrouwen.”
“Kinderen leren veel in de vve, maar ook veel thuis”, zegt Mariëlle. Daarom vindt zij het jammer dat er in het advies niet ingegaan wordt op de toegevoegde waarde van thuisprogramma’s. “De combinatie is juist zo sterk. Vve is het effectiefst als je een centrumgericht programma met een thuisprogramma combineert.”