Kansengelijkheid in het onderwijs

Nee, er is geen wettelijke verplichting voor het werken met een erkend vve-programma. De Inspectie van het Onderwijs verwacht van basisscholen met leerlingen met (risico’s op) onderwijs- of taalachterstanden dat ze een beredeneerd aanbod doen voor doelgerichte ontwikkelingsstimulering in de kleutergroepen 1 en 2 van de basisschool. Een vve-programma biedt altijd een beredeneerd aanbod, maar een basisschool mag hierin een andere keuze maken. In dat geval vraagt de inspectie wel om de redenen achter deze keuze. Op de website van het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) staat veel informatie over voor- en vroegschoolse educatie, er is een Databank Effectieve jeugdinterventies waarin ook beoordelingen van vve-programma’s zijn opgenomen.

Als gemeente moet je bereid zijn hier eigen financiële middelen uit het Gemeentefonds aan te koppelen, dan wel zulke afspraken te maken waarbij de lasten gedragen worden door de schoolbesturen van po en/of vo. Onderwijskansen gaat vaak ook in leeftijd en activiteiten verder dan het GOAB, dat zich beperkt tot doelgroepkinderen van 2 à 2,5 tot 13 jaar. Een groot aantal gemeenten heeft daarom met haar partners een Gelijke Kansen Alliantie (GKA)-Agenda opgesteld met afspraken over interventies, onderzoek en kennisdelingsactiviteiten gericht op het bevorderen van kansengelijkheid binnen het funderend onderwijs. Iedere GKA-Agenda is opgesteld vanuit een eigen, lokaal vertrekpunt. Zie het overzicht van de GKA.