Trends in aanvullend onderwijs en de rol van gemeenten

In 2023 is voor de derde keer de monitor aanvullend onderwijs uitgevoerd (voor het schooljaar 2022-2023). Hierbij is ook gekeken naar de rol van gemeenten ten aanzien van aanvullend onderwijs.

Aanvullend onderwijs betreft de onderwijsondersteuning buiten de reguliere schooltijd, georganiseerd door scholen, bedrijven en bekenden, kosteloos of betaald, om de schoolloopbaan van kinderen te ondersteunen.

De belangrijkste bevindingen:

  • Het aanbod van aanvullend onderwijs op scholen is licht gedaald.
  • Externe partijen worden vaker betrokken in het po bij het aanbod op school dan in het vo.
  • Externe partijen hebben veelal inspraak op de inhoud, bieden maatwerk en wisselen informatie uit met scholen over de opbrengsten van aanvullend onderwijs bij leerlingen.
  • Vooral in het vo dragen scholen zelf de kosten voor aanvullend onderwijs, (mede) mogelijk gemaakt door het Nationaal Programma Onderwijs.
  • Deelname aan aanvullend onderwijs is nog steeds gebruikelijker in het vo dan in het po. Maar deelname aan betaalde vormen van aanvullend onderwijs is gedaald ten opzicht van schooljaar 2018-2019.
  • Opleidingsniveau en inkomen van ouders doen er nog steeds toe. Kinderen van ouders met een hoog opleidingsniveau/inkomen maken vaker gebruik van betaald aanvullend onderwijs dan kinderen van ouders met een laag opleidingsniveau/inkomen.
  • Het aantal bedrijven in Nederland dat diensten aanbiedt op het gebied van aanvullend onderwijs lijkt toe te nemen, maar een groot aantal daarvan heeft geen omzet.
  • De rol van gemeenten bij aanvullend onderwijs is beperkt. 

Gemeenten voeren niet op grote schaal beleid op aanvullend onderwijs. De gemeenten zonder beleid verklaren dat ze op andere manieren bijdragen aan het bevorderen van gelijke kansen en geven aan dat scholen zelf middelen hebben voor aanvullend onderwijs.

Gemeenten die wel beleid hebben, doen dit met name om bij te dragen aan het bevorderen van gelijke kansen, talentontwikkeling en het creëren van een gelijk aanbod voor alle leerlingen. Een derde van de gemeenten voert specifiek doelgroepenbeleid. Gemeenten richten zich vooral op het po. Dit komt waarschijnlijk omdat er vanuit het onderwijsachterstandenbeleid (OAB) al banden en subsidierelaties zijn met het po. De belangrijkste financieringsbronnen waaruit gemeenten aanvullend onderwijs bekostigen zijn de NP Onderwijsmiddelen en/of middelen vanuit het OAB.

Meer weten? Je vindt hier het volledige rapport, met daarin een hoofdstuk over de rol van gemeenten ten aanzien van aanvullend onderwijs.

Delen