In 2023 is voor de derde keer de monitor aanvullend onderwijs uitgevoerd (voor het schooljaar 2022-2023). Hierbij is ook gekeken naar de rol van gemeenten ten aanzien van aanvullend onderwijs.
Aanvullend onderwijs betreft de onderwijsondersteuning buiten de reguliere schooltijd, georganiseerd door scholen, bedrijven en bekenden, kosteloos of betaald, om de schoolloopbaan van kinderen te ondersteunen.
De belangrijkste bevindingen:
Gemeenten voeren niet op grote schaal beleid op aanvullend onderwijs. De gemeenten zonder beleid verklaren dat ze op andere manieren bijdragen aan het bevorderen van gelijke kansen en geven aan dat scholen zelf middelen hebben voor aanvullend onderwijs.
Gemeenten die wel beleid hebben, doen dit met name om bij te dragen aan het bevorderen van gelijke kansen, talentontwikkeling en het creëren van een gelijk aanbod voor alle leerlingen. Een derde van de gemeenten voert specifiek doelgroepenbeleid. Gemeenten richten zich vooral op het po. Dit komt waarschijnlijk omdat er vanuit het onderwijsachterstandenbeleid (OAB) al banden en subsidierelaties zijn met het po. De belangrijkste financieringsbronnen waaruit gemeenten aanvullend onderwijs bekostigen zijn de NP Onderwijsmiddelen en/of middelen vanuit het OAB.
Meer weten? Je vindt hier het volledige rapport, met daarin een hoofdstuk over de rol van gemeenten ten aanzien van aanvullend onderwijs.