Ongelijkheid tussen leerlingen neemt toe tijdens de basisschooltijd

Recent onderzoek, gepubliceerd in ESB door Claes, De Wolf, Golsteyn en De Leeuw (2025), laat zien dat de ongelijkheid in leerprestaties tussen leerlingen in het Nederlandse basisonderwijs toeneemt naarmate zij ouder worden. De verschillen tussen kinderen van praktisch en theoretisch opgeleide ouders ontstaan al vroeg en worden tijdens de basisschooltijd alleen maar groter.

Vroege verschillen worden groter

De onderzoekers volgden de ontwikkeling van basisvaardigheden als lezen, rekenen en spelling. Zij zagen dat er al in groep 4 aanzienlijke prestatieverschillen bestaan tussen kinderen van theoretisch- en praktisch opgeleide ouders. Tegen de tijd dat de leerlingen groep 8 bereiken, is deze kloof nog verder gegroeid. Deze toename is niet alleen het gevolg van individuele leerprestaties, maar weerspiegelt bredere maatschappelijke ongelijkheden.

Hoe ontstaan deze verschillen?

Een groot deel van de verschillen is al op jonge leeftijd zichtbaar. In groep 4 is bijvoorbeeld bij spelling al twee derde van het uiteindelijke verschil aanwezig, bij rekenen is dat ruim de helft. Toch nemen de verschillen tijdens de rest van de basisschooltijd verder toe — vooral bij rekenen.

De mate van ontwikkeling verschilt sterk per groep:

  • Lezen: Leerlingen van ouders met een hbo- of wo-diploma maken een bovengemiddelde groei door. Bijna de helft van het verschil met kinderen van gemiddeld opgeleide ouders ontstaat tijdens de basisschooltijd.
  • Rekenen en lezen: Kinderen van ouders met maximaal een mbo2-diploma ontwikkelen zich gemiddeld minder sterk.
  • Spelling: De meeste vooruitgang wordt geboekt door kinderen van ouders met een hbo- of wo-opleiding, vergeleken met die van ouders met een mbo3- of mbo4-diploma.

De onderzoekers wijzen op factoren als verschillen in thuissituaties, de beschikbaarheid van educatieve hulpmiddelen, en de mate waarin scholen inspelen op de behoeften van diverse leerlingen. Kinderen van laagopgeleide ouders hebben vaak minder toegang tot ondersteuning buiten school, wat de ongelijkheid in leerprestaties vergroot.

Vroege en blijvende interventie is essentieel

De auteurs pleiten voor gerichte interventies zowel vóór als tijdens de basisschoolperiode. Vroege educatieve ondersteuning, met speciale aandacht voor kinderen uit gezinnen met een lagere sociaaleconomische status, is van groot belang om startachterstanden te verkleinen. Daarnaast moeten scholen gedurende de hele schoolloopbaan actief blijven werken aan het tegengaan van ongelijkheid.

Een gedeelde verantwoordelijkheid

Dit onderzoek benadrukt de noodzaak van een gezamenlijke aanpak. Ouders, scholen en beleidsmakers dragen samen de verantwoordelijkheid om gelijke onderwijskansen te waarborgen. Niet alleen het eindresultaat telt, maar ook het proces ernaartoe verdient blijvende aandacht.

Lees het volledige rapport:
https://esb.nu/ongelijkheid-tussen-leerlingen-neemt-toe-tijdens-basisschooltijd

Delen