Hoe kan ik de subsidieregeling vereenvoudigen of weer up-to-date maken? Hoe weet ik wat een goede uurprijs ve is? Wat mag ik bekostigen en wat niet? Wat te doen met de verschillende wensen van ve-aanbieders? Dat zijn allemaal vragen die we beantwoorden in onze nieuwe handreiking voor gemeenten: 'Bekostiging voorschoolse educatie'.
Deze handreiking is bedoeld om gemeenten te helpen een keuze te maken tussen de verschillende bekostigingsmodellen ve en om zicht te krijgen op gerelateerde vraagstukken, zoals de hoogte en opbouw van de subsidie ve. Daarbij gaan we uit van de wet- en regelgeving zoals die begin 2024 is.
Gemeenten moeten er binnen het gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid voor zorgen dat er in de gemeente voldoende plaatsen voor voorschoolse educatie (ve) zijn voor de peuters die daarvoor in aanmerking komen. Daarvoor krijgen ze bekostiging vanuit het Rijk. Welk deel daarvan gemeenten aan ve besteden en op welke manier, mogen gemeenten zelf bepalen. Er is dus veel vrijheid, maar dat leidt ook tot veel vragen.
De bekostiging ve is in de meeste gemeenten dan ook “maatwerk”: de bekostiging heeft zich over de jaren heen gevormd binnen de eigen gemeentelijke context met verschillen in o.a. (omvang van de) doelgroep, aanbod en de markt van kinderopvangaanbieders.
Ontwikkelingen zoals de harmonisatie van peuterspeelzaalwerk en kinderopvang en de uitbreiding naar 960 uur voorschoolse educatie waren in de afgelopen jaren vaak een aanleiding om de bekostiging van ve in zijn geheel of gedeeltelijk aan te passen.
Het is belangrijk om je hierbij te realiseren dat elke gemeente en elke kinderopvangorganisatie met een eigen situatie en uitdagingen te maken heeft, die niet allemaal in deze handreiking behandeld kunnen worden. Zie deze handreiking daarom vooral als een richtlijn op hoofdlijnen.
Naar de handreiking Bekostiging ve
Heb je naar aanleiding van het lezen van de handreiking een vraag? Stel deze gerust via goab@sardes.nl of via ons contactformulier.