Het tegengaan van onderwijsachterstanden blijven een belangrijke uitdaging in Nederland. Gelukkig worden er wel stappen in de goede richting gezet. Uit het Bestedingsonderzoek Gemeentelijk Onderwijsachterstandenbeleid 2022 blijkt dat gemeenten steeds meer investeren om de kloof te dichten, vooral via voorschoolse educatie voor peuters.
Sinds 2019 hebben gemeenten jaarlijks 170 miljoen euro extra gekregen om achterstanden aan te pakken. In 2022 is de inzet van deze middelen opnieuw gestegen met 6 tot 10%, wat betekent dat steeds meer kinderen geholpen worden. Het budget komt nu niet alleen ten goede aan grote steden, maar ook aan kleinere gemeenten en regio's buiten de Randstad, waardoor de kansen overal in het land gelijker worden.
Toch blijft onderbesteding een probleem. Vooral middelgrote gemeenten met veel achterstandsleerlingen hebben moeite om alle beschikbare middelen volledig in te zetten. De coronapandemie heeft dit nog verder bemoeilijkt door de beperkingen in voorschoolse educatie tijdens de lockdowns, wat leidde tot vertragingen en terugvorderingen van subsidies.
Een positieve ontwikkeling is dat veel gemeenten, vooral de grote steden, ook eigen middelen inzetten om onderwijsachterstanden terug te dringen. Dit laat zien dat ze de noodzaak inzien om verder te investeren, zelfs buiten de ontvangen rijksmiddelen.
Kortom, de extra investeringen maken verschil, maar er is nog werk te doen. Gemeenten moeten de middelen effectief blijven inzetten om ervoor te zorgen dat elk kind gelijke kansen krijgt. Samen kunnen we de onderwijsachterstanden verder terugdringen.
Lees het gehele rapport hier.
Bestedingsonderzoek Gemeentelijk Onderwijsachterstandenbeleid 2022