Jaarlijks presenteert de Inspectie van het Onderwijs de 'Staat van het Onderwijs', waarin de kwaliteit van het onderwijs in Nederland wordt beoordeeld. Dit rapport brengt feiten en cijfers samen, signaleert trends en onderzoekt verbanden en oorzaken.
Uit de Staat van het Onderwijs 2024 blijkt dat de verschillen tussen scholen en opleidingen te groot zijn. Veel scholen en instellingen hebben moeite om de onderwijskwaliteit en basisvaardigheden op peil te houden. Ruim 20% van de scholen kreeg in 2023 het inspectieoordeel Onvoldoende blijkt uit een steekproef onder 225 scholen.
Aan de andere kant zijn er ook veel scholen waar de kwaliteit wél op orde is, maar het blijkt dat deze goede voorbeelden onvoldoende worden gedeeld of overgenomen door andere scholen. De inspectie wijst op de noodzaak om succesvolle voorbeelden te verspreiden, zodat alle leerlingen, ongeacht hun school, de kans krijgen op kwalitatief goed onderwijs.
Basisscholen: toon meer ambities in het vormgeven van het onderwijs op streefniveau. Zodat alle leerlingen de kans krijgen om zich optimaal te ontwikkelen.
Voortgezet onderwijs: voorkom zittenblijven. Signaleer vroegtijdig de dreiging van zittenblijven en bied maatwerk waar nodig.
Voortgezet onderwijs: ondersteun niveauwisselingen. Zorg voor voldoende mogelijkheden voor leerlingen om van niveau te wisselen, vooral in de eerste jaren van het voortgezet onderwijs, bijvoorbeeld door brede brugklassen in te richten.
Mbo- en hoger onderwijs instellingen: aanpak stagediscriminatie. In het mbo en hoger onderwijs wordt aangeraden om stagediscriminatie expliciet onderwerp van beleid te maken en duidelijke normen op te stellen.
Mbo- en hoger onderwijs instellingen: oorzaken uitval achterhalen. Zet in op een combinatie van preventieve en reactieve maatregelen.