In Nederland groeit gemiddeld één op de acht kinderen op in armoede. Dit betekent dat er in elke klas vaak twee kinderen zitten die dagelijks met de gevolgen van armoede worstelen.
Kinderarmoede
Opgroeien in armoede heeft grote impact: kinderen ervaren stress, onzekerheid, en sociale uitsluiting. De Kinderombudsman heeft in 2017 benadrukt dat kinderen die opgroeien in armoede vaak minder steun van hun ouders krijgen en moeite hebben om een toekomstperspectief te zien. Dit belemmert hun ontwikkeling op zowel sociaal als emotioneel vlak. Omdat armoede overal voorkomt, krijgen veel professionals in bijvoorbeeld het onderwijs, de zorg en welzijnswerk hiermee te maken, vaak zonder dat ze het zelf beseffen. Zij kunnen echter een cruciale rol spelen in het ondersteunen van deze kinderen en hun gezinnen.
In het onderwijs zien we de gevolgen van armoede ook terug in de vorm van onderwijsachterstanden. Kinderen die in armoede opgroeien, lopen een groter risico om achter te raken op hun leeftijdsgenoten, doordat zij minder kansen hebben op ondersteunende activiteiten zoals huiswerkbegeleiding of toegang tot digitale middelen.
Om professionals hierin te helpen, hebben Annelies Kassenberg (lector Jeugd & Leefomgeving) en Mariëtte Lusse (Hogeschool Rotterdam), samen met professionals, drie handreikingen ontwikkeld. Deze handreikingen bieden concrete werkwijzen en handvatten om kinderarmoede te Signaleren en om kinderen en gezinnen te Ondersteunen en te Stimuleren (SOS bij kinderarmoede). Met deze tools kunnen professionals beter inspelen op de behoeften van kinderen die in armoede opgroeien en zo bijdragen aan een betere toekomst voor deze kwetsbare groep. Het aanpakken van kinderarmoede is een gezamenlijke verantwoordelijkheid, en door bewustzijn en gerichte acties kunnen we samen een positief verschil maken in het leven van kinderen.
De brugfunctionaris op school
De brugfunctionaris slaat een brug tussen school, kind en gezin en zorgt ervoor dat kinderen mee kunnen blijven doen en hun talenten kunnen ontwikkelen. Door vroegtijdig problemen in de thuissituatie te signaleren en daar wat aan te doen, werkt het concept preventief en draagt het bij aan gelijke kansen voor ieder kind.