Discussion paper: Verklaren verschillen in vaardigheden de verschillen in schooladvies naar SES?

Het schooladvies van kinderen met lager opgeleide ouders ligt gemiddeld bijna een heel onderwijsniveau lager dan dat van kinderen met hoogopgeleide ouders. Dit verschil kan maar voor 53% verklaard worden doordat ze gemiddeld ook lager scoren op cognitieve vaardigheden bij verschillende toetsen tijdens hun basisschooltijd. Ondanks dat er nog andere vaardigheden zijn die een rol spelen, blijft het verschil in schooladviezen naar opleidingsniveau van de ouders voor 30% onverklaard. Dit blijkt uit onderzoek van het Centraal Planbureau

Het CPB onderzocht hoeveel van de gevonden verschillen in schooladvies tussen leerlingen met een verschillende sociaaleconomische status te verklaren zijn door verschillen in cognitieve vaardigheden en hoeveel door overige vaardigheden en andere achtergrondfactoren. Uit het onderzoek blijkt dat het schooladvies van kinderen met vergelijkbare vaardigheidsniveaus gemiddeld bijna een half onderwijsniveau lager ligt als hun ouders niet hoogopgeleid zijn. Daarnaast komt naar voren dat het schooladvies van kinderen met een migratieachtergrond vrijwel gelijk is aan of zelfs iets hoger ligt dan dat van kinderen zonder migratieachtergrond met hetzelfde vaardigheidsniveau. 

Bijna de helft van het verschil in schooladvies naar het opleidingsniveau van de ouders hangt dus niet samen met de cognitieve vaardigheden van de kinderen. Hun overige vaardigheden, zoals werkhouding en motivatie, spelen ook een rol, maar deze verklaren slechts enkele procenten van het verschil in schooladvies. Met behulp van aanvullende informatie over het huishouden, de school en de woonplaats kan in totaal 71% van het verschil verklaard worden. Uiteindelijk blijft dus een kleine 30% van het verschil in schooladviezen naar het opleidingsniveau van de ouders onverklaard.

De publicatie van het CPB gaat na het uiteenzetten van het onderzoek en de resultaten ook in op oplossingsrichtingen, gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek. Zo zou een mentorsysteem in het primair onderwijs voor achterstandsleerlingen en hun ouders een bijdrage kunnen leveren, of het informeren van leerkrachten over de mogelijke rol van onbewuste (voor)oordelen. Verder is het mogelijk behulpzaam als – in lijn met een advies van de PO- en VO-Raad – het primair onderwijs meer informatie ontvangt van het voortgezet onderwijs over de verdere onderwijsloopbaan van hun voormalige leerlingen. 

Meer lezen? Download dan hieronder het rapport (Engelstalig) of de samenvatting (Nederlandstalig).



Delen