Waaruit bestaat het onderzoek van Inspectie van het Onderwijs naar vroegschoolse educatie op de basisscholen?

Op scholen met veel doelgroepkinderen en gewichtenleerlingen vindt toezicht plaats op de kwaliteit van het onderwijs, waaronder de kwaliteit van vroegschoolse educatie in de groepen 1 en 2. Ook hier kunnen signalen leiden tot een onderzoek of tot een andere actie, bijvoorbeeld een gesprek met het schoolbestuur.
Aanleiding voor een onderzoek op een basisschool, inclusief de vroegschoolse educatie, kan zijn:

  • risico’s in de kwaliteit van het onderwijs, waaronder de kwaliteit van het onderwijs aan het jonge kind;
  • signalen van gemeenten, houders of voorscholen over het ontbreken van voldoende kwaliteit van de vroegschoolse educatie;
  • een onderzoek op verzoek bij een goede school (zie par. 5.2.4).

De Inspectie gebruikt het waarderingskader PO. Afhankelijk van de situatie strekt het onderzoek op een basisschool zich alleen uit tot de vroegschoolse educatie in de groepen 1 en 2, of maakt dit onderdeel uit van een onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs op de gehele basisschool. In het regeerakkoord 2018 “Vertrouwen in de toekomst” wordt geschreven dat de afspraken uit de sectorakkoorden worden gehandhaafd, met uitzondering van de landelijke norm om zittenblijven bij kleuters terug te dringen.  Binnen het leerlingvolgsysteem zullen er gedurende de kleuterperiode vanaf 2020 geen toetsen worden afgenomen.