Met de pilot “Kwaliteit van taal, spel en denken” is inzicht verkregen in drempels die pedagogisch medewerkers in de kinderopvang ervaren bij spelinteracties. Dit heeft geleid tot een professionaliseringstraject.
In de kinderopvang wordt veel aandacht besteed aan interactievaardigheden, maar nog niet altijd aan interacties gericht op de spel- en taaldenkontwikkeling van kinderen. Als dat wel gebeurt, zijn pedagogisch medewerkers (pm’ers) meestal enthousiast. Tegelijk blijkt het lastig om die spelvaardigheden daadwerkelijk en regelmatig in de eigen praktijk toe te passen.
‘We willen bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen, zonder het spel te onderbreken. Daarvoor moeten we beter leren kijken’, aldus Carlinda Fuselier, pedagogisch coach. ‘We hebben soms de neiging om tijdens (doen-alsof-)spel van alles te benoemen en er een lesje woordenschat van te maken. Deze pilot geeft handvatten hoe je als pm’er beter kunt aansluiten bij de beleving van het kind. Door te kijken naar het spel, naar wat de kinderen boeit, en ze van daaruit uit te dagen de volgende stap te zetten.’
Marianne Boogaard is als senior onderzoeker betrokken bij de pilot: ‘Wij zijn deze pilot gestart vanuit wat er al bekend was uit eerdere onderzoeken en aanvullende literatuur. Zo zijn er 10 kernelementen geformuleerd waarmee je spel van kinderen kunt verrijken en tegelijk hun taaldenkontwikkeling kan stimuleren. Die hebben wij toegepast in het professionaliseringstraject van pm’ers.’Marianne vertelt verder: ‘Het leuke van deze samenwerking vind ik dat je begint met een idee vanuit de wetenschap, gekoppeld aan de wensen en behoeften in de praktijk. Ik zie de pedagogisch coaches als mede-onderzoekers. Samen brengen we in beeld welke drempels zij ervaren en proberen we oplossingen in de praktijk uit.’
3 groepen van pedagogisch coaches/medewerkers en 2 trainers vormden samen een professionele leergemeenschap (plg). Zij kwamen gedurende het 1e pilotjaar 5x samen en kregen daarnaast individuele begeleiding. Een expert in interactievaardigheden verzorgde in samenspraak met de deelnemers de inhoud. In het 2e jaar werden nieuwe groepen gevormd, en was het de pedagogisch coach van de eigen kinderopvangorganisatie die bij de bijeenkomsten en coaching “in the lead” was.
‘Tijdens de groepsbijeenkomsten en coaching vond onder andere bespreking plaats van eigen videofragmenten van spelsituaties, passend bij de 10 kernelementen uit het traject en de leervragen van de deelnemers’, legt Marianne uit. Carlinda vult aan: ‘We deden verschillende oefeningen zoals een rollenspel en casusbespreking. Tussen de bijeenkomsten door was voldoende tijd om met de nieuwe vaardigheden te experimenteren in de eigen groep.’
Carlinda: ‘Het mooie aan dit professionaliseringstraject vind ik de koppeling van theorie en praktijk, de praktische materialen en de mogelijkheid om te werken aan persoonlijke doelen.’
Dat in de professionele leergemeenschap pm’ers van verschillende locaties deelnemen, ziet Carlinda als meerwaarde. ‘Op elke vestiging heb je andere kinderen. Bijvoorbeeld anderstaligen, of kinderen met minder goede sociale vaardigheden. Het traject is zo ingericht dat je op je eigen groep kunt inzoomen. Maar het is ook heel waardevol om te horen hoe het bij andere groepen werkt. Dat brengt je op ideeën en draagt bij aan je eigen professionalisering.’
Lees meer op de website van ZonMw.