Onderzoek innovaties in de vve

In 2017 werden er in vijf gemeenten innovatiecentra opgericht om de voor- en vroegschoolse educatie (vve) te versterken. Een proeftuin waarin de kinderopvang gedurende drie jaar met een innovatieve maatregel experimenteerde. Het Kohnstamm Instituut, KBA Nijmegen en de Vrije Universiteit Amsterdam onderzochten de effectiviteit van deze innovaties. De eindresultaten werden op 2 november 2021 in een verzamelbrief aangeboden aan het ministerie van OCW.

Effectieve innovatie

De onderzoekers hebben de innovatiecentra, in Amsterdam, Dordrecht, Leiden, Den Haag en Heerlen, en hun ideeën in de periode van september 2017 tot en met eind 2020 onder een vergrootglas gelegd. Om te achterhalen in hoeverre de vernieuwing daadwerkelijk gerealiseerd kon worden en om, waar mogelijk, opbrengsten te testen. Eén maatregel bleek een effectieve innovatie te zijn: de toepassing van digitale prentenboeken in de gemeente Dordrecht.

Digitaal voorlezen 

Het doel van de Dordtse maatregel “Let’s nudge” was om te testen of digitaal voorlezen barrières weg kan nemen die vaak een belemmering zijn voor voorlezen van papier. Met name in gezinnen waar thuis een andere taal dan het Nederlands gesproken wordt. Om dit te achterhalen kregen de ouders van 28 peuters, met een verhoogd risico op een taalachterstand, een pakket met zes papieren of zes digitale boeken (van het platform Bereslim). Na een maand wisselden de gezinnen de boeken om voor de andere variant. 

Extra taalinput

De papieren boeken (300 woorden per boek) werden gemiddeld 16 keer per maand voorgelezen. Wat voor een maandelijkse extra taalinput van 4.800 zorgt. De digitale prentenboeken werden veel vaker gelezen. Gemiddeld (her)lazen de kinderen 37 digitale boeken per maand (ook 300 woorden). Dat zorgt voor een extra taalinput van 11.100 woorden.

Veelbelovend hulpmiddel

De digitale boeken lijken een veelbelovend hulpmiddel voor (meertalige) peuters. Ouders vinden het een voordeel dat de computer voorleest. Ze hoeven niet bang te zijn om de woorden verkeerd uit te spreken. Ook zijn er technieken ingebouwd, waardoor de beleving van het verhaal minder afhankelijk van de voorlezer is. Denk bijvoorbeeld aan camerabewegingen, die de lezer door het verhaal heen leiden, en muziek die de emoties van de karakters weerspiegelt.

Inspirerende praktijkvoorbeelden

Bij de overige innovaties ontbrak een gedegen probleemanalyse of bleek de interventie onvoldoende geïmplementeerd. Hierdoor kunnen geen harde conclusies getrokken worden over de effectiviteit van de interventies. Toch zijn ook dit interessante voorbeelden die ter inspiratie kunnen dienen voor ve-aanbieders.

  • Zo leveren de motivatie-interviews in Leiden meer eigen verantwoordelijkheid bij de deelnemende pm’ers op.
  • Leidinggevenden en pm’ers in Amsterdam ervaren dat ze dankzij de 15-uur ve maatregel meer tijd hebben om kinderen te ondersteunen bij hun ontwikkeling.
  • Het kunstparticipatieproject in Den Haag laat pm’ers ervaren hoe belangrijk non-verbale communicatie en verrassingseffecten zijn.
  • En de audits van de gemeente Heerlen dragen bij aan de kwaliteit van het vve aanbod in zowel voor- als vroegschool.

 

Meer weten over het onderzoek naar de ve-innovaties?

Neem contact op met onderzoekscoördinator Annemiek Veen (Kohnstamm Instituut) of kennismakelaar Heleen Versteegen (Sardes).

Delen