Monitor implementatie en besteding gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid

Het ministerie van OCW heeft een monitor uitgezet naar de implementatie en besteding van goab-middelen door gemeenten. Sardes en Oberon hebben deze monitor uitgevoerd.

Als onderdeel van het monitoring- en evaluatieprogramma onderwijsachterstandenbeleid van het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO) voerde het consortium van Sardes, Oberon en Cebeon tussen 2019 en 2023 een monitor uit naar de implementatie en besteding van het gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid.

De monitor richt zich op twee maatregelen: 1) de invoering van (minimaal) 960 uur voorschoolse educatie (ve) voor doelgroeppeuters van 2,5 tot 4 jaar (per 1 augustus 2020) en 2) de invoering van de pedagogisch beleidsmedewerker/coach in de ve (per 1 januari 2022). Hiervoor is er sinds 2019 € 170 miljoen per jaar extra geïnvesteerd in het goab. Inmiddels krijgen gemeenten in circa € 520 miljoen per jaar voor een goede uitvoering van het goab (voor- en vroegschoolse educatie, schakelklassen en zomerscholen), waarbinnen de ve een van de belangrijkste beleidsinstrumenten is.

Met de Monitor Implementatie en besteding goab worden enerzijds de implementatie van beide maatregelen en anderzijds de besteding van het goab-budget binnen gemeenten en ve-aanbieders gevolgd. Het implementatieonderzoek bestaat uit vier metingen (najaar 2019, voorjaar 2021, voorjaar 2022 en najaar 2022) en het bestedingsonderzoek telt twee metingen (najaar 2021 en najaar 2022). In het najaar van 2022 (van november t/m december 2022) is de vierde en laatste meting van de monitor uitgevoerd. Alle gemeenten en alle ve-aanbieders zijn benaderd met het verzoek een (digitale) vragenlijst in te vullen. Ook zijn er vijf praktijkvoorbeelden uitgevoerd waarin de relaties tussen de inzet van middelen enerzijds en de toegankelijkheid, het aanbod, de kwaliteit en de opbrengsten van ve anderzijds worden uitgediept.

Vierde meting

Deze laatste vierde meting geeft een landelijk beeld van de stand van zaken ten aanzien van het ve- aanbod van 960 uur voor doelgroeppeuters, de inzet van de pedagogische beleidsmedewerker, de besteding van de goab-middelen door gemeenten en de subsidiëring van voorschoolse educatie.

Uit de monitor volgen een aantal conclusies:

  • Kwaliteitsversterking is succesvol afgerond. De invoering van de urenuitbreiding en de pedagogisch beleidsmedewerker (maatregelen om het aanbod en de kwaliteit van ve te versterken) zijn succesvol afgerond.
  • Veel verschillen tussen gemeenten. Tussen en binnen gemeenten zijn verschillen in toegankelijkheid, bereik, aanbod en kwaliteit zichtbaar.
  • Niet elke gemeente even ruim financieel bedeeld. Het is de vraag of gemeenten voldoende middelen krijgen om stevig ve-aanbod te realiseren voor de doelgroep en of de huidige verdeling van middelen adequaat is.
  • Niet elke ve-aanbieder komt financieel (met subsidie van de gemeente) uit. Ve-aanbieders zijn soms genoodzaakt om andere middelen aan te wenden om hoogwaardig aanbod te verzorgen.
  • De financiële drempels bij ve voor ouders (de toegankelijkheid) verschilt per gemeente en ve-aanbieder.
  • Verschillen in ve-aanbod per gemeente. Dit heeft te maken met de startleeftijd waarop doelgroeppeuters kunnen beginnen met ve en het aantal uren ve dat ze kunnen volgen. Ook zijn er verschillen in de kwaliteit van ve en de inzet van de pedagogisch beleidsmedewerker.

    Wil je meer weten over hoe deze conclusies tot stand komen en welke mogelijkheden er zijn om de ve verder te versterken? Download dan het rapport hieronder of bekijk de praktijkvoorbeelden. Bekijk de resultaten in één oogopslag door hieronder de infographic te downloaden.

    Monitor Implementatie en besteding GOAB

    Infographic

Delen