In 2018 heeft het ministerie van OCW het onderwijsachterstandenbeleid voor het primair onderwijs en het gemeentelijke onderwijsachterstandenbeleid herzien. Sindsdien maakt OCW gebruik van de onderwijsachterstandenindicator die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) eerder in opdracht van het ministerie heeft ontwikkeld. Op basis van de eerste evaluatie wordt deze indicator nu herzien.
Uit het rapport valt af te leiden dat de verandering in achterstandsscore voor de meeste scholen redelijk klein is. Voor 41 basisscholen geldt dat zij met de herijkte indicator een score van nul krijgen terwijl zij met de huidige indicator nog een score hoger dan nul kregen. Andersom zijn er 133 scholen die op basis van de huidige indicator een score gelijk aan nul krijgen, die met de herijkte indicator een score van hoger dan nul krijgen. Beide groepen scholen bestaan hoofdzakelijk uit scholen met een lage achterstandsscore.
De verandering is het gevolg van de sterkte van de onderliggende variabelen. Zo blijkt dat lagere opleidingsniveaus, sommige herkomstgroepen en verblijfsduur korter dan 5 jaar een grotere invloed krijgen op de onderwijsscore van het kind. De invloed van sommige andere herkomstgroepen, het gemiddeld opleidingsniveau van de moeders op en een school en ouders in de schuldsanering neemt daarentegen af.