"Uit dit onderzoek blijkt dat in 2021 alle gemeenten een regeling hebben die het voorschoolse aanbod toegankelijk maakt voor alle peuters. Verder blijkt dat in de periode 2017-2021 het non-bereik van het voorschoolse aanbod onder deze groep is gehalveerd." Zo luidt één van de conclusies gebaseerd op de derde meting naar het aantal peuters in voorschoolse voorzieningen in 2021. Het onderzoek wordt uitgevoerd door Bureau Buitenhek. Het gaat om een meerjarig onderzoek, ingesteld door het Rijk en de VNG om de ontwikkeling te volgen van het aantal peuters dat naar een voorschoolse voorziening gaat. Ook wordt gekeken naar de inspanning van gemeenten om een aanbod te doen ouders te stimuleren hun peuter aan te melden bij een voorschoolse voorziening.
Aanleiding voor het onderzoek zijn de bestuurlijke afspraken tussen het ministerie van SZW en de VNG 'Een aanbod voor alle peuters' uit 2016. Er zijn destijds structureel extra middelen vrijgemaakt waarmee ook aan peuters zonder aansprak op KOT een voorschools aanbod kon worden aangeboden. Het doel van deze afspraken was dat in 2019 het non-bereik gehalveerd zou zijn en dat in 2021 alle peuters gebruik zouden kunnen maken van een voorschoolse voorziening.
De monitor van het onderzoek is gestart met een eerste meting in 2017. De huidige rapportage betreft een meting over 2021 waarmee dit wordt beschouwd als de eindevaluatie: heeft het gemeentelijk aanbod er daadwerkelijk toe geleid dat (nagenoeg) alle peuters naar een voorschoolse voorziening gaan? Een aantal uitkomsten van de monitor:
Meer lezen? Download dan hieronder het volledige rapport en de verzamelbrief naar de Tweede Kamer waarin het rapport wordt besproken.