Leesbevordering in gezinnen met weinig leescultuur

Stichting Lezen onderzocht de potentie van leesbevorderingsinterventies in gezinnen met jonge kinderen (0-12 jaar) waar een stimulerende leesopvoeding niet vanzelfsprekend is. Specifiek is gekeken naar gezinnen waarvan de ouders weinig opleiding hebben, niet of nauwelijks participeren op de arbeidsmarkt, laagtaalvaardig en/of laaggeletterd zijn in de Nederlandse taal.

De aanleiding van dit rapport is een verbreding van de doelstelling van het leesbevorderingsbeleid binnen het programma Kunst van Lezen 1 , dat in de periode 2016-2018 deel uitmaakte van het actieprogramma ‘Tel mee met taal'. Het actieprogramma is gericht op het terugdringen van laaggeletterdheid en streeft enerzijds naar een fundamentele toename van deelnemers in taaltrajecten en anderzijds naar het voorkomen van laaggeletterdheid door het intensiveren van leesbevorderingsprogramma’s.

In het huidige rapport wordt eerst een toelichting gegeven op het belang van leesstimulering thuis en er wordt een beeld geschetst van het huidige leesklimaat, met name in gezinnen waar lezen niet vanzelfsprekend is. Daarna volgt een samenvatting van drie relevante onderzoeken die Stichting Lezen heeft geïnitieerd. Daarbij wordt gekeken naar laaggeletterde ouders en hun leesopvoeding, het succes van binnen- en buitenlandse interventies ter verhoging van family literacy en het programma-aanbod in Nederland gericht op leesbevordering voor laagopgeleide/laaggeletterde ouders. Op basis van deze bevindingen worden er conclusies getrokken en aanbevelingen gedaan.



Delen